Hoe we met een duurzaam voedselaanbod honger de wereld uit helpen
Het is Wereldvoedseldag, daarom geven we vandaag extra aandacht aan onze ambitie om ervoor te zorgen dat iedereen toegang heeft tot voldoende, voedzame en veilige voeding. Het is belangrijk om hierbij stil te staan. Als het ons niet lukt om klimaatveranderingen tegen te gaan dreigt er vanaf 2050 een algeheel voedseltekort te ontstaan. Met de teeltwijze die wij nu gebruiken kan onze aarde dan niet meer genoeg voedsel produceren om alle mensen te voeden. Daarom moeten we duurzaam met ons voedselsysteem om gaan. We willen natuurlijk wel gezond en gevarieerd voedsel produceren voor de hele wereldbevolking, maar zonder dat dit ten koste gaat van mensen, milieu en natuur. Daarnaast produceren we op dit moment nog wel genoeg eten om de hele wereldbevolking te voeden, maar toch heeft lang niet iedereen elke dag een voedzame maaltijd.
2 op de 10 mensen heeft altijd honger
Het is makkelijk te vergeten in onze wereld van constante overvloed, maar op dit moment hebben meer dan 2 miljard mensen geen toegang tot voldoende, voedzame en veilige voeding. Dit heet verborgen honger; mensen hebben wel toegang tot voedsel maar dit voedsel is te eenzijdig en niet voedzaam genoeg. Deze mensen hebben bijvoorbeeld alleen maar toegang tot rijst en groente en missen daardoor belangrijke vitamines en mineralen. En dat niet alleen, meer dan 800 miljoen mensen lijden aan chronische honger, deze mensen vermageren zichtbaar en kunnen niet meer normaal leven. Terwijl in andere delen van de wereld het aantal mensen met obesitas nog elke dag stijgt! Op dit moment zijn er eveneens 2 miljard mensen met obesitas. We hébben dus wel genoeg voedsel om alle monden te voeden, maar dit voedsel wordt oneerlijk over de wereld verdeeld. Daarom moeten we de voedselsystemen (productie én consumptie)verbeteren en duurzamer om gaan met ons voedsel. Om dit probleem aan te pakken kijken we eerst naar de pijnpunten in ons voedselsysteem.
Onnodige voedselverspilling
Ten eerste gooien we ontzettend veel bruikbaar eten zomaar de prullenbak in. Ongeveer 14% van het voedsel wat voor menselijke consumptie is geproduceerd wordt wereldwijd elk jaar weggegooid. Dit gebeurt tijdens de productie, denk aan paprika’s die niet de juiste vorm hebben om te verkopen, maar ook tijdens het vervoeren, in de supermarkten, in restaurants en bij mensen thuis. In Nederland gooien we per huishouden per persoon jaarlijks gemiddeld 34 kilo goed voedsel in de kliko. Maar ook in de horeca wordt flink wat voedsel verspild. Nederlandse restaurants en hotels kunnen jaarlijks €582 miljoen besparen door 61 miljoen kilo voedsel minder te verspillen. Al dit voedsel had prima nog gegeten kunnen worden en alle energie en moeite die in de productie, groei en transport van het voedsel is gestopt is hiermee verloren gegaan. Wanneer we stoppen met zo veel voedsel te verspillen kunnen er veel meer monden worden gevoed. Minder voedselverspilling is dus de eerste stap naar een beter voedselsysteem.
Bodemerosie – onze bodem krimpt!
De landbouw is grotendeels afhankelijk van vruchtbare bodem. Een vruchtbare bodem bevat water en voedingsstoffen waardoor de gewassen zullen groeien als kool. Natuurlijk is de samenstelling van deze bodem van belang, maar over het algemeen geldt, hoe dikker de bodem hoe beter. Bodemerosie is het wegwaaien of wegspoelen van de bovenste laag van de grond. Dit is een natuurlijk proces, een millimeter per jaar is normaal. Er verweert namelijk ook elk jaar een millimeter rots die dan weer bodem wordt. Dat is de natuur in balans! Maar door de intensieve landbouw vergroten wij de bodemerosie tot centimeters per jaar. En die rots verweert er niet meer om, waardoor we uiteindelijk minder vruchtbare bodem hebben om onze gewassen op te verbouwen. Daarom moeten voedselproducenten de landbouwgrond vruchtbaar houden door duurzaam om te gaan met de grond. Wortelen van gewassen houden de bodem vast en gaan zo erosie tegen. Dus als het land niet te lang braak ligt, vindt er minder erosie plaats. Ook moet oppervlakkige afstroming van water worden voorkomen, moet de grond niet te vaak gekeerd worden tijdens het ploegen en is het van belang te wisselen van gewassen zodat de voedingsstoffen in de grond niet uitgeput raken. Zo verminderen we de bodemerosie en kunnen we veel langer en veel meer gewassen verbouwen op één stuk land.
Te veel vlees, te weinig groente
Het wereldwijde voedseltekort is ook te wijten aan het soort producten dat we eten. In westerse landen, waaronder Nederland, eten we veel te veel vlees. Op 24 september was het de Nederlandse Meat Overshoot Day, op deze dag hebben wij ons landelijke geadviseerde consumptie van vlees al overschreden. Dat was al op driekwart van het jaar! Voor de productie van een mals stukje vlees is veel voer nodig. Dit verschilt natuurlijk per diersoort. Voor een kip is er 2 kg plantaardig voedsel nodig, maar voor rundvlees heb je al zo’n 13 kg nodig! De hectares die nodig zijn om het voedsel voor al de kippen en koeien te produceren had ook gebruikt kunnen worden om plantaardig voedsel te produceren voor mensen. Zo kunnen meer mensen eten van hetzelfde aantal hectares. Maak je geen zorgen, we kunnen zeker meer groentegaan produceren! Op dit moment zijn maar 9 soorten gewassen verantwoordelijk voor 66% van de totale gewasproductie. Hoewel er op zijn minst 30.000 eetbare planten op onze wereld zijn. We kunnen dus meer gevarieerde gewassen verbouwen om zo meer mensen te voorzien van een gevarieerd dieet en daarbij ook nog de bodemerosie tegen te gaan.
Eerlijke vleesprijs
Om deze verandering van dierlijke producten naar plantaardige producten te bewerkstelligen moet vlees wel tegen een eerlijke prijs verkocht worden. Op dit moment zijn er te veel subsidies voor vlees- en zuivelproducten en te weinig subsidies voor groente- en fruitteelt. Zo wordt de impact op het milieu niet meegerekend in de prijs. Dit is tegenstrijdig met de duurzaamheidsdoelen. Boeren die duurzaam voedsel produceren krijgen minder geld dan boeren die dit niet doen. Hierdoor ligt de prijs van duurzame producten hoger en dit ontmoedigt de koop van duurzame producten. Als je in de supermarkt staat en de plofkip is zo’n 2 euro goedkoper, dan is het verleidelijk om voor deze optie te gaan. Het is dus van belang dat er eerlijke prijzen komen voor vlees en eventueel subsidies voor duurzame producten. De TAPP-coalitie heeft daarom een petitie opgestart voor een eerlijke voedselprijs in Europa. Meer informatie of ook de petitie tekenen? Kijk dan op goodfoodprice.eu.
Korte ketens
Een keten wordt gevormd door het aantal stappen die je eten aflegt van de boer naar jouw bord. Moet jouw eten bijvoorbeeld eerst nog uit Zuid-Amerika worden overgevlogen of komt het direct uit de Noordoostpolder? Helaas is het eerste nu vaak het geval. En deze lange ketens zijn slecht voor het milieu, vliegtuigen stoten namelijk veel meer CO2 uit dan vrachtwagens. Daarom moeten de lange productieketens vervangen worden door plaatselijke en duurzame productieketens. Dus koop lekker lokaal! Dit is niet alleen goed voor het milieu, maar ook nog voor de plaatselijke economie. De Nederlandse bodem heeft heerlijke producten te bieden, lees hier meer over.
Het wereldwijde voedseltekort is zeker een groot probleem, en daarom is het goed dat hier jaarlijks bij stilgestaan wordt tijdens de Wereldvoedseldag. Vanaf 16:00 kun je deelnemen aan de online World Food Day Show met live kookshows, de food film bioscoop, voedselveranderaars in actie, en smaakmakers van over de hele wereld! Gelukkig kan een deel van het voedseltekort worden opgelost door duurzamer om te gaan met voedsel. Met de Greendish Succesformule kunnen jij en je team concrete stappen zetten naar een duurzamer & gezonder menu. Interesse? Neem dan contact met ons op.